skip to main content

Innoveren met een nieuwe onderzoeksboerderij 

Na de aankoop van Nutrena Mills opent Cargill een hypermodern voedingsonderzoekscentrum in het landelijke Minnesota om innovatie in dierenvoeding te stimuleren. 

January 01, 2015

In 1945 kocht Cargill Nutrena Mills, een toonaangevende voedselproducent die een boerderij in Missouri gebruikte voor het testen van hun voedsel. Toen Richard Baldwin in 1954 hoofd van Cargills onderzoeksafdeling werd, resulteerde zijn visie voor het uitbreiden van het werk op deze boerderij in meer dan een halve eeuw innovatie en succes voor het bedrijf.

Kort nadat Baldwin was aangenomen, startte hij een grote onderzoeksfaciliteit waar Cargill kon blijven leren over dierenvoeding, voedselprestaties kon onderzoeken en nieuwe methoden kon ontwikkelen voor dierhouderij. Na een zoektocht van een jaar waarin 50 tot 75 mogelijke locaties voor de boerderij werden bekeken, vond hij de ideale plek op 3 km2 land nabij Elk River, Minnesota, niet ver van het hoofdkantoor van Cargill in Minneapolis. In 1958 opende de nieuwe Cargill Research Farm haar deuren.

Cargill maakte intelligent gebruik van het nieuwe, ruime landoppervlak. Het gebruikte omstandigheden 'zoals op de boerderij' om benaderingen na te bootsen die boeren wellicht gebruiken bij het fokken van vee. De faciliteit bood ruimte voor tests met rundvee en melkvee, en geavanceerd onderzoek naar voeding voor gevogelte, varkens, kalveren en honden. Omdat veel van de onderzoeken op een centrale locatie plaatsvonden, konden onderzoeksteams en wetenschappers van Cargill beter samenwerken voor snellere, meer nauwkeurige resultaten.

“Bezoekers aan Elk River vertrekken met de overtuiging dat wij verstand hebben van voedings- en veeproductie, en elke dag nieuwe kennis opdoen.”
— Jim North, Head of Feed Division, Cargill

Een van Cargill's eerste en belangrijkste innovaties die voortkwam uit de onderzoeksboerderij was de Pigloo, een speciale bevallingseenheid voor varkens. Met ongeveer 2,5 meter ruimte tussen elke Pigloo, bood dit de huisvesting en isolatie die nodig was om pasgeboren varkens te beschermen tegen ziektes, waardoor ze de tijd kregen om antistoffen op te bouwen en te voorkomen dat ze werden verdrukt door hun moeder. Het bedrijf paste het succesvolle systeem daarna aan voor rundvee, en gaf het de naam Calfloo-systeem.

In de vroege jaren was de faciliteit, nu bekend als het Cargill Animal Nutrition Innovation Center, de thuisbasis voor betekenisvolle prestaties in immunisering van dieren, het voorkomen van bloedarmoede bij varkens en vloeibare rundveevoeding. Later werd de boerderij een van de eersten die computers gebruikten voor onderzoek naar dieren en landbouw, en dit hielp Cargill stappen zetten in de hydrocultuurindustrie.

Maar het centrum draaide om meer dan innovatie. Het plaatste ook een sterke nadruk op educatie. Cargill opende de boerderij voor begeleide rondleidingen. Dit bood bezoekers een unieke kans om meer te leren van de experts op het gebied van dierenonderzoek en dit met eigen ogen te zien.

Hoewel het Cargill Animal Nutrition Innovation Center zowel in grootte als onderzoek is uitgebreid sinds het in 1958 haar deuren opende, blijft het een bron voor belangrijk onderzoek en ontwikkelingen op het gebied van dierenvoeding.