skip to main content

Binnenschepen brengen zouthandel naar het noorden

Na de aanschaf van het eerste binnenschip, groeit de zouthandel van Cargill snel dankzij slimme verwervingen en productontwikkeling.

January 01, 2015

Van het op smaak brengen van het eten op uw bord, tot veilige wegen in de winter: zout is een belangrijk, universeel product dat elke dag wordt gebruikt. In Noord-Amerika is Cargill de toonaangevende leverancier van zout in zijn vele vormen, met meer dan 1.000 producten op de markt. De zouthandel van Cargill had een bescheiden begin. Het begon met de zoektocht naar een materiaal dat het bedrijf kon gebruiken om de lege binnenschepen te vullen die terugkwamen over de Mississippi-rivier.

Dit staat bekend als 'backhauling' (retourvrachten), waarbij binnenschepen worden ingezet die graan naar de zuidelijke regio's van de Verenigde Staten transporteren. In het verleden kwamen binnenschepen leeg terug naar het noorden. Aangezien er bijna net zoveel brandstof en tijd nodig was om de retourvaart te maken met een leeg of geladen binnenschip, hielp backhauling om de efficiëntie van het vervoer maximaal te benutten en creëerde het nieuwe inkomsten voor Cargill. En in het geval van zout leidde dit tot een nieuwe, zeer winstgevende industrie voor het bedrijf.

In 1955 kocht Ray King, vice-president van Cargo Carriers, Cargill’s transportbedrijf voor binnenwateren, de eerste schiplading rotszout uit Louisiana voor de reis terug over de rivier. Hoewel Cargill al sinds het einde van de jaren '40 graan over de Mississippi-rivier vervoerde, was het een uitdaging om een kostenefficiënte backhaulvracht voor de enorme binnenschepen te vinden. Net als vandaag de dag, was rotszout waardevol voor de noordelijke staten in de VS die afhankelijk waren van zout om hun wegen in de winter te ontijzelen. Hoewel het een jaar duurde om die eerste lading te verkopen, was het binnenschip het begin van de winstgevende zouthandel van Cargill.

De zouthandel als backhaul groeide gestaag, en in 1960 was het bestuur van Cargill ervan overtuigd dat rotszout paste in het bedrijfsmodel van Cargill als grootschalig handelsartikel, met lage kosten voor productie en marketing. Het bedrijf omarmde de logische beweging van Cargill-binnenschepen in twee richtingen, met graan over de rivier naar het zuiden, en zout terug naar het noorden.

Om de zouthandel verder uit te breiden, kocht het bedrijf de rechten op Belle Isle, een zoutmijn in de moerassige rivierarm van Louisiana, die zorgde voor de constante aanvoer die Cargill nodig had. Het eerste binnenschip werd op 17 december 1962 bij Belle Isle geladen.

Met de jaren verwierf Cargill een aantal andere zoutproductiefaciliteiten, rotszoutmijnen en zoutpannen voor ingedampt zout en zeezout in steden door heel de VS. De uitbreiding ging door en in 1995 vormde Cargill een joint venture om een zeezoutfaciliteit te bouwen in Venezuela. Twee jaar later werd de zouthandel van het bedrijf twee keer zo groot na de verwerving van de Noord-Amerikaanse bedrijfsactiva van Akzo Nobel Salt, Inc.

First Salt Barge Est Inpage
Met een geschatte zoutcapaciteit van 14 miljoen ton brengt Cargill nu een portfolio van meer dan 1.000 verschillende zoutproducten op de markt.

Tegenwoordig produceert, verpakt en vervoert Cargill zout voor producten zoals tafelzout, voedingssupplementen voor dieren, waterverzachters en ontijzelingsproducten. Het uitgebreide portfolio producten omvat bekende merken waar consumenten op vertrouwen, zoals Diamond Crystal® en Champion's Choice®. Naarmate het aantal toepassingen van zout toeneemt en verder ontwikkelt, ontwikkelt ook het aanbod van Cargill. Deze continue innovatie zorgt dat het bedrijf voldoet aan de almaar toenemende vraag van klanten.