skip to main content

Bescherming van de leefomgeving voor wilde dieren en planten aan de rand van de San Francisco Bay

Een donatie van Cargill heeft aangezet tot het grootste herstelproject van getijdenwetlands van Amerika, langs de kust van Californië.

January 01, 2015

Toen staatsambtenaren, ecologen en Warren Staley, de Chairman en Chief Executive Officer van Cargill, bijeenkwamen aan de rand van de San Francisco Bay in 2002, vierden zij iets groots. Het was de officiële start van één van de meest ambitieuze wetlandherstelprogramma's in de geschiedenis van de VS. Samen met haar partners wilde Cargill helpen bij het herstel van één van de belangrijkste ecosystemen in de Pacific Flyway, een route voor trekvogels die loopt van Alaska tot Patagonië.

Zout wordt al voor meer dan 150 jaar aan de rand van de San Francisco Bay geproduceerd. Aan het eind van de jaren negentig nadat de zoutverwerkingsinstallatie meer dan dertig jaar in bedrijf was geweest, besloot Cargill dat het deze installatie zou kunnen re-engineeren voor de productie van al het zout dat nodig is voor een derde van zijn agrarische grond. Met deze toezegging en kapitaalinvestering wilde Cargill het mogelijk maken de natuurlijke omgeving van de San Francisco Bay te hervormen door het onderlopende moerasland en de hieraan verbonden leefomgeving voor de flora en fauna in het gebied enorm te vergroten.

Staats- en federale instanties wilden dolgraag eigen grond van Cargill aanvaarden. Maar toen een evaluatieteam, geleid door de US Fish and Wildlife Service en de California Wildlife Conservation Board, de waarde van het land van Cargill bepaalde op meer dan $ 243 miljoen, nam de hoop onder de ecologen en wetgevers af, aangezien het steeds onwaarschijnlijker werd dat zij de middelen bijeen zouden kunnen krijgen het eigendom te kopen.

Het omkeerpunt kwam aan het begin van de jaren 2000 toen Staley met US Senator Dianne Feinstein overeenkwam de prijs binnen bereik te brengen. Samenwerkend met Cargills Vice President Bill Britt, die in het verleden een belangrijke rol bij het coördineren van soortgelijke landoverdracht had gespeeld, bereikten de partijen een oplossing die het milieu zonder invloed te hebben op de zoutonderneming van Cargill in Californië beduidend goed zou doen. De onderneming zou meer dan de helft van de waarde van het land, 6111 hectare in de South Bay en 567 hectare in de North Bay, een royale 16,500 hectare in totaal met 65 vierkante kilometer aan zoutbassins en ander bezit, doneren..

“Het is ons gelukt bij te dragen aan deze belangrijke milieudoelen zonder de vitaliteit van onze onderneming te moeten opofferen.”
— aldus Warren Staley, Chief Executive Officer van Cargill

Dankzij het innovatieve plan zou Cargill kunnen doorgaan met het oogsten en raffineren van meer dan 500.000 ton zout van hoge kwaliteit, maar wel op veel minder land. Cargills werknemers werkten met ambtenaren van instanties samen om de zoutbassins opnieuw met de baai te verbinden. Nieuwe getijdenpatronen begonnen de zoutbassins in getijdenwetlands te veranderen: afzettingen hoopten zich op en langzaam begon de inheemse vegetatie weer terug te groeien. Miljoenen vogels en andere wilde dieren vonden een nieuw thuis te midden van de zoutbassins, wadden en getijden- en seizoengebonden wetlands. Al met al schiep het een netwerk van voorspoedig groeiende natuurlijke leefomgevingen voor lokale en trekkende wilde dieren.

Dit is slechts één van de eigendommen van de Bay Area die Cargill in staatseigendom heeft overgedragen, wat zo meehelpt één van de grootste wetlandherstelprojecten in het land op te starten.

California Wetlands Inpage Milieu-educatie is een sleutelcomponent van het San Francisco Bay project. Hier schrijft een leerling uit de derde klas Cargill en bedankt het bedrijf voor haar inspanningen.